Kinderergotherapie

Annemijn Bakx, Kinderergotherapeut

Kinderen ontwikkelen zich spelenderwijs, maar die ontwikkeling verloopt niet altijd vanzelf. 

Handelingen en activiteiten die wij als vanzelfsprekend ervaren, zijn voor sommige kinderen een groot probleem. Het lukt ze niet altijd om datgene te doen wat ze willen of zouden moeten kunnen, op het gebied van spel, zelfredzaamheid of schoolse vaardigheden.

Heeft uw kind bijvoorbeeld moeite met aan- en uitkleden, brood smeren of het hanteren van bestek, schrijven en knutselen, veters strikken of zich vermaken in zijn vrije tijd, dan kan de ergotherapeut samen met u en uw kind aan deze activiteiten werken. Ook met vragen over het aanvragen van voorzieningen en / of hulpmiddelen voor een kind met een lichamelijke beperking zoals een kinderstoel, buggy of woningaanpassing kunt u bij de ergotherapeut terecht.

De kinderergotherapeut onderzoekt waar de problemen vandaan komen, ondersteunt het kind in het verbeteren van zijn handelen en adviseert de betrokkenen bij het kind. Het doel is dat het kind optimaal kan functioneren, kan omgaan met zijn belemmeringen en daarbij gebruik kan maken van zijn sterke kanten.

Voor de ergotherapeutische behandeling is geen verwijzing van huisarts of specialist nodig, tenzij u bij de CZ verzekerd bent. De zorgverzekeraar vergoedt per kalenderjaar 10 behandeluren ergotherapie vanuit de basisverzekering. Vaak duurt een behandeling ongeveer 30 minuten, waardoor er 20 behandelingen vergoed worden vanuit de basisverzekering. Daarna worden er soms nog 2 behandeluren uit de aanvullende verzekering vergoed, afhankelijk van hoe u verzekerd bent.

Aan en uitkleden
Ergotherapie gaat er vanuit dat occupational performance (uitvoering/ handelen) het resultaat is van interactie tussen persoon (beïng), omgeving/ context en occupation/ handelen. Bij het observeren en later oefenen van een vaardigheid is het belangrijk om deze drie gebieden goed in kaart te brengen en deze informatie mee te nemen tijdens je behandeling.
Welke manier van leren past bij het kind: is het visueel/beeld of juist fysiek/ervaren ingesteld?
Zijn er bepaalde (sensorische) voorkeuren waar rekening mee gehouden moet worden?
Op welke manier en in welke situatie wordt thuis de handeling uitgevoerd? Is dat in de slaapkamer, zittend op bed. Of is dat in de badkamer, staand?  Zijn er fysieke mogelijkheden die het kind belemmeren bij het uitvoeren van de handeling?

In deze situatie heb ik besloten om foto’s te maken van het aan- en uitkleden. Op die manier probeer ik aan te sluiten bij zijn behoefte aan duidelijkheid en structuur en probeer ik duidelijkheid/ visuele ondersteuning te bieden bij de verschillende stappen van het aan- en uitkleden. Duidelijkheid, zodat hij weet wat hij precies moet doen qua bewegingen of handelingen. En duidelijkheid op het gebied van sensorische informatieverwerking: hij voert de handeling op een vergelijkbare manier uit, deze ervaring wordt voorspelbaar en gaat hij uiteindelijk herkennen en uiteindelijk als minder bedreigend ervaren. 
Ook kunnen de foto’s zijn omgeving helpen om hem altijd op dezelfde manier te helpen. Daarnaast hebben de foto’s een positief effect op zijn zelfvertrouwen: op die foto kan ik het, dan kan ik het nu ook! Bij de moeilijkere deelhandelingen, zoals het uittrekken van een T-shirt maak ik gebruik van meer foto’s om alle deelhandelingen stap voor stap te kunnen laten zien: pak de rand van de halsopening, duw de rand omhoog, buig met je hoofd naar je knieën, pak het rugpand van het T-shirt en trek het T-shirt over je hoofd.

Bij het aan- en uitkleden sluit ik aan op zijn voorkeuren, bijvoorbeeld het T-shirt aan de bovenrand pakken en zo over het hoofd trekken. Aan de andere kant zoek ik naar makkelijkere alternatieve voor als een deelhandeling moeilijk is.

Bijvoorbeeld als het sokken aantrekken moeilijk is:

  1. Sokken met een duidelijke hiel (andere kleur), zodat herkenbaar is waar de hiel moet (onderkant)
  2. Is het moeilijk om de sok over de tenen te schuiven: wat is de meest ideale uitgangshouding? Is het makkelijker om de sokken aan te trekken als de voet op een voetenbankje staat en beide armen langs het been reiken om de sok aan te trekken?
  3. Wat als het moeilijk is om je evenwicht te bewaren en je sok over de tenen uit te trekken? Zou een stoel beter zitten? Of is het fijner om op de grond te zitten met de rug tegen de muur?
  4. Wat als de sok steeds blijft plakken en daardoor niet over de hiel getrokken kan worden. Helpt het om de sok dubbel te vouwen en eerst tot de hiel aan te trekken en daarna pas “het been” van de sok over de hiel te trekken?
  5. Wat als het voorover bukken niet lukt en je kan niet bij je voeten komen, zou een sokkenaantrekker kunnen helpen?
  6. Wat als de sok éénhandig aangetrokken moet worden?
  7. Of is het sokken aantrekken zelf niet zo moeilijk, maar wordt je steeds afgeleid tijdens het omkleden voor de gym, waardoor het toch niet lukt om de sokken uit te trekken?

Sokken uittrekken:

  1. Als het moeilijk is om de sok weer goed te keren als deze binnenste buiten is, maar je na het gymmen wel je sok weer aan moet trekken. Wat is dan de meest handige manier om je sok uit te trekken?
  2. Als het niet lukt om de sok over de hiel te duwen en het aan de tenen trekken van de sok ook niet helpt, hoe kan dan de sok het makkelijkste uit? Zou een schoenlepel kunnen helpen om de sok over de hiel te duwen? Zijn er andere soorten sokken die ook fijn zitten, maar waarmee het aantrekken wel makkelijker gaat?

De kinderergotherapeut observeert, analyseert de taak en deelhandelingen stap voor stap en gaat samen met het kind en ouders op zoek naar oplossingen en alternatieven, zodat het kind zoveel als mogelijk zelfstandig kan zijn en zo optimaal mogelijk kan functioneren in het dagelijkse leven.

Scroll to Top
Ga naar de inhoud