We spreken van een OPBL als bij de geboorte een beschadiging is ontstaan van zenuwen die vanuit de nek naar de arm lopen.

Een OPBL kan ontstaan wanneer bij de bevalling de schouder van de baby achter het schaambeen van de moeder blijft haken. Bij een stuitbevalling is dat het hoofd.

Hierdoor kan de hoek tussen hoofd en schouders van de baby te groot worden waardoor spanning op de zenuwen wordt uitgeoefend.

Een groot/zwaar kind, een kind dat erg slap is (bijvoorbeeld bij te vroege geboorte) of een moeizame stuitbevalling leveren een verhoogd risico op.

Door de beschadiging is de arm na de geboorte slapper en beweegt minder. Het is van groot belang dat een kindje dat met een OPBL wordt geboren vanaf de eerste week wordt gezien door een kinderfysiotherapeut. De behandeling is gericht op het instrueren van de ouders in het hanteren en positioneren van het kind, het onderhouden van de beweeglijkheid van de gewrichten en het stimuleren van de spieren.

Als na zes weken de arm nog niet volledig beweegt is het belangrijk dat het kind gezien wordt door een Plexus Brachialis Team (PBW)